Auteursarchief: katjapeijnenburg

Trans-Atlantische oceaanexpeditie

Vorige week is de jaarlijkse AMT (Atlantische Meridionale Transect) expeditie weer vertrokken. Zonder mij aan boord dit keer! Maar er is wel een zoöplankton team aan boord bestaande uit Erica, Michelle en Alice. Ik heb ze geholpen met het aan boord brengen van alle spullen en inrichten van het lab.zooplanktonTeam_JamesClarkRoss

Alice is een AIO in mijn onderzoeksgroep. AIO staat voor Assistent in Opleiding en betekent dat je ongeveer vier jaar lang onderzoek doet naar een specifiek onderwerp. Hierover schrijf je dan een proefschrift, een soort boekwerk over de resultaten van je onderzoek. Dit moet je vervolgens verdedigen tegenover een commissie van geleerde mensen, waaronder een aantal professoren. Als je dit goed hebt gedaan mag je jezelf Doctor noemen. Als alles goed gaat mag Alice in september 2016 haar proefschrift verdedigen en zich dan Doctor in de biologie noemen.

Alice schrijft een blog over haar avonturen op de Atlantische oceaan. Met het hele zoöplankton team schrijven we ook een blog (in het engels) over het onderzoek aan boord. Met mooie nieuwe foto’s van kriebelbeestjes die we gaan opvissen natuurlijk. Check it out!

EricaMichelleAlice_labcontainer

Van links naar rechts: Michelle, Alice en Erica in de labcontainer op het achterdek van het Britse schip de James Clark Ross

Zoek de pijlworm

Had je de pijlworm gevonden? De pijlwormen in de Oosterschelde zijn ongeveer 1 cm lang, maar ze zijn heel doorzichtig dus moeilijk te zien en te filmen. Als je er alles over wilt weten, moet je vanavond naar Vroege Vogels kijken! Er bestaan trouwens ook veel grotere pijlwormen, bijvoorbeeld Sagitta maxima (niet vernoemt naar onze koningin trouwens). Deze kan wel tot 10 cm lang worden en komt voor in koudere gebieden, zoals in de Arctische oceaan. En je raadt het al, er is ook een Sagitta minima. Dat is natuurlijk een heel kleine pijlworm.

zoekdepijlworm_gevondenPetrischaal met pijlworm van de soort Sagitta setosa opgevist uit de Oosterschelde

Op pad met Vroege Vogels

DSC_8049_1485small_header_cropped
Het is een tijdje erg rustig geweest op deze blog (sorry), maar ik ga weer op zoek naar kriebelbeestjes om jullie over te vertellen! Ik was een hele tijd niet meer op zee geweest want ik had natuurlijk bákken vol met plankton om uit te werken na die expeditie van 7 weken op de Atlantische oceaan. Daar ben ik trouwens voorlopig nog niet klaar mee, maar goed, daarover later meer. Ik was dan ook erg blij om met het team van Vroege Vogels op pad te gaan op zoek naar pijlwormen in onze eigen Oosterschelde. Pijlwormen zijn echt supercoole dieren en als je er meer over wilt weten dan raad ik je aan om komende dinsdag (30 sept) te kijken naar Vroege Vogels TV om 19:20 op NPO2 of via hun website.

VroegeVogels_Team Luctor_PeterCoomans

Ik kan jullie vast één ding verklappen: we hebben ze gevonden! 🙂 De schipper van het onderzoeksschip de Luctor houdt de boel goed in de gaten.

zoekdepijlworm

Zoek de pijlworm…

Katja bij EenVandaag

Hoi trouwe blog-volgers. Morgen (zaterdag 8 december, rond 18:15) zal het TV programma EenVandaag een stukje uitzenden over oceaanverzuring met daarin filmopnamen door mij gemaakt tijdens mijn expeditie op de Atlantische oceaan en een interview met mij. Misschien leuk om even te kijken (of anders op uitzending gemist)?! Een heel fijn weekend gewenst.

Land in zicht!

Toen ik vanmorgen uit mijn patrijspoort keek zag ik voor het eerst in 45 dagen weer land. Gaaf! Het land ziet er wel heel kaal uit, weinig groen.We zijn bijna aangekomen bij het zuidpuntje van Zuid Amerika: Punta Arenas in het land Chili. Dit is de meest zuidelijke stad van de wereld (53 graden zuiderbreedte). Ik kan haast niet wachten om het schip te verlaten en een echte wandeling te maken, maar we moeten nog even (uren waarschijnlijk) geduld hebben. We wachten totdat we de haven in mogen varen en dan moeten er nog heel veel controles worden uitgevoerd. Vannacht is er iemand aan boord gekomen, een ‘loodsman’, om ons te helpen door de straat van Magelaan te varen. Je kan op de foto de ladder zien die hij heeft gebruikt om aan boord te komen. Hij is een kapitein uit Chili en kent deze gevaarlijke wateren heel goed. Hij weet dus precies hoe we veilig in de haven van Punta Arenas moeten aankomen. Ik zag vanmorgen trouwens ook een pinguin voorbij zwemmen! Dit is de laatste blog voorlopig want ik heb nog een lange reis (met het vliegtuig) te gaan voordat ik weer terug ben in Amsterdam. Dankjewel voor al jullie reacties en vragen, en tot snel weer ziens!!!

Walvissen

We hebben eindelijk walvissen gezien! En niet eentje of twee, maar een heleboel. We zien ze zelfs tijdens het avondeten als we naar buiten kijken door het raam. Het zijn waarschijnlijk dwergvinvissen. Dwergvinvissen zijn een kleine soort walvissen. Ze zwemmen meestal in groepjes. Walvissen moeten boven komen om adem te halen (net als mensen) en dan zie je een grote spuit met water (zie foto van mijn collega Ming hieronder). Het spuitgat is het neusgat van een walvis, dat boven op zijn kop zit. Helaas zie je meestal niet de hele walvis. Dat gebeurt alleen heel soms als de walvis uit het water springt (en dat hebben we nog niet gezien).

Als je je afvraagt waarom we nu opeens zoveel walvissen zien, dan weet ik het antwoord wel door het plankton dat wij vangen. Het is niet normaal meer hoeveel plankton er hier in het water zit (ten zuiden van 40 graden zuiderbreedte)!!! Vorige nacht hadden we 36 potten plankton, en dat was nog maar de helft van onze vangst (zie foto linksboven). Deze walvissen eten plankton. Dat zeven ze uit het water met een soort borstelachtige platen die in hun bek hangen (deze noemen we baleinen). Misschien heb je wel eens gehoord van krill, dat zijn een soort garnaalachtige diertjes waar veel walvissen van leven in zuidelijke wateren. In onze planktonmonsters zit vooral een soort kleine roeipootkreeftjes. Maar het zijn er zoveel dat walvissen er gemakkelijk hun buik mee kunnen vol smullen. Als verassing kwam onze expeditieleider (Glen, zie foto rechtsboven) ’s ochtends langs met toastjes. Daarop had hij verse roeipootkreeftjes gesmeerd zodat we allemaal konden proeven hoe het is om een walvis te zijn. Natuurlijk heb ik ook een hapje genomen (want nieuwe dingen moet je altijd eerst proeven, toch?). Hoe het smaakte? Zout!

Inktvis

Wij vangen regelmatig een baby-inktvisje in ons planktonnet. Ziet deze er niet schattig uit? In het echt was dit inktvisje ongeveer zo groot als een 20 eurocent munt. Het was nog best lastig om deze op de foto te krijgen want inktvissen kunnen heel snel door het water schieten. Dat doen ze door water op te zuigen en dit met kracht naar buiten te spuiten. Dat noemen we ‘straalaandrijving’. Dezelfde techniek wordt voor waterscooters gebruikt. Hierdoor schiet de inktvis achterwaarts door het water (dus op de foto zou deze naar links schieten). Grote inktvissen kunnen wel snelheden van 30 kilometer per uur halen en dat is bijna net zo snel als onze grote boot kan varen. Inktvissen eten vis, krabben en andere weekdieren die ze met de zuignappen van hun grijparmen vangen. Inktvissen zelf worden weer opgegeten door bijvoorbeeld walvissen en dolfijnen. En door mensen! Heb jij wel eens gefrituurde inktvis-ringen gegeten? Ze smaken heel lekker. Eén van mijn collega’s hier (hij heet Vassilis, maar we noemen hem Vas) gaat elke ochtend een half uurtje vissen. Hij wil dolgraag een grote inktvis vangen en dat is hem één keer gelukt (zie foto). De kok heeft de inktvis klaargemaakt en we hebben er met minstens dertig mensen van gesmuld.